zaterdag 31 maart 2012

Het Recht op Zelfbeschikking - VII

Het telefoontje had de kleine man van zijn stuk gebracht. Wat als er nog eens gebeld werd? Of erger: wat als de arbeidsinspectie langs kwam, of de bedrijfsarts? Hij kon toch niet zomaar weggaan als hij ziek was? Daarbij, de decadente heer zou hem toch niet écht verwachten, toch? Die had hem het kaartje gegeven om van hem af te zijn. Dat werd ook wel duidelijk toen hij aan het gesprek terugdacht. Je maakt geen indruk had de heer gezegd. Nutteloos had hij het protest van de kleine man genoemd, en tegenstrijdig. En ook de manier waarop het gesprek abrupt eindigde zei genoeg. We praten later verder, had de heer gezegd en de kleine man naar buiten gedwongen. De auto was al in beweging voordat de kleine man goed en wel het portier dicht had geslagen. Nee, gisteren was hij misschien wel in gesprek geraakt, maar meer moest hij er niet van verwachten. Moedeloos ging de kleine man maar in bed liggen, waar hij zich naar zijn lakens schikte en in slaap viel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten