maandag 31 december 2012

Muppets - Bohemian Rhapsody


zaterdag 29 december 2012

Velvet Underground - The Gift

 

maandag 24 december 2012

The Doors - Riders on the Storm

 
Nummer 32 in de top 2000. Terecht vind Pindakaas! hoor, maar er moet wel wat opgehelderd worden: De fluisterstem in dit plaatje is niet het laatste dat Morrison opnam voor zijn dood - dat waren de zogenoemde Paris-tapes, waarvan een deel gebruikt is om An American Prayer samen te stellen
 
 
Een tweede ding: The Hitchiker is géén toneelstuk waar Morrison aan werkte - het is een film. Meer bepaald: HWY: An American Pastoral. (die iets minder dan een uur duurt, maar gewoon te vinden is)
 

 
 
Overigens wil Pindakaas! ook nog even kwijt dat de redacteuren van de Top 2000 ook bij L.A. Woman een kleine, maar belangrijke, fout: het anagram is Mr. Mojo Risin', niet Mojo Risin' - dat zijn te weinig letters.

zondag 23 december 2012

NoFX, Type-O-Negative en Eddie Murphy

Kill all the White Man - NoFX


Faye Wray Come Out and play/Kill all the White People - Type-O-Negative


Kill all the White People - Eddie Murphy
(helaas met wat politiek geneuzel uit de VS er voor geplakt)

zondag 11 november 2012

Depeche Mode en wat er van komen kan.

Depeche Mode - Just Can't Get Enough
 
Just Can't Get Enough was in 1981 de derde single van Depeche Mode - de eerste single die een clip kreeg. Het is tevens de eerste single die in de VS werd uitgebracht en heeft een behoorlijke basis gelegd voor het succes van Depeche Mode.
 
Het album waar Just Can't Get Enough op staat heet Speak & Spell. Het is het enige album waarop Vince Clarke meedoet, een van de oprichters van Depeche Mode, of nou ja, een van de oprichters van de band die Depeche Mode werd toen Dave Gahan er bij kwam. In 1981 besloot Clarke Depeche Mode te verlaten en richtte hij Yazoo op, met zangeres Alison Moyet en vooral bekend van Don't Go
 
 
De muzikale verwantheid tussen Yazoo en Depeche Mode is (zoals te horen) erg groot. Maar zonder Clarke in zijn gelederen verschuift Depeche Mode zijn stijl van Synthipop naar meer gitaar-georienteerde New Wave-achtige muziek - een donkere kant van de band krijgt de overhand zeg maar, mede dankzij de door Anton Corbijn geregiseerde video's (Enjoy the Silence) en de redelijk agressieve ondertoon die in veel van hun nummers ligt, zoals bij Personal Jesus. Culminatie van die evolutie van Depeche Mode is waarschijnlijk het album Songs of Faith and Devotion, waar I Feel You vandaan komt:
 
 
Terwijl Depeche Mode naar I Feel You toegroeit is Yazoo ondertussen al gestopt - Alison Moyette wordt solo succesvol en Vince Clarke werkte samen met Feargull Sharkey in The Assembly en met Paul Quinn voor de single One Day. Blijkbaar begon er toch weer iets te kriebelen - in 1985 zoch Clarke een zanger en vond Andy Bell. En waar DM in 1993 I Feel You uitbracht stond het duo Clarke/Bell onder de naam Erasure aan de basis van de ABBA-revival begin jaren 1990 met hun EP ABBA-Esque
 
Na Songs of Faith and Devotion ging Depeche Mode weer wat terug naar hun oorsprong - wat makkelijker muziek, wat minder donker en wat vrolijker. Dave Gahan, geplaagd door peroonlijke demonen lijkt achter de donkerder periode van Depeche Mode te zitten. Tegenwoordig verwerkt hij die op zijn solo-albums:
 
 
Bovenstaande Bottle Living komt uit 2003, overigens. In 2012 deed Dave mee op een album van Soulsavers (The Light The Dead See), waarvoor hij de teksten schreef. Het laatste album van Depeche Mode is Sounds of the Universe, uit 2009. Erasure bracht in 2011 nog het album Tomorrow's World uit (het 14e album van het duo)
 
Als afsluiter dan: Soulsavers ft. Dave Gahan - Take Me Back Home
 
 


dinsdag 23 oktober 2012

Formeren 2012 ... Het CPB aan zet

Er is eigenlijk nog steeds niets te melden over een nieu kabinet. Behalve dan dat de plannen naar het Centraal Plan Bureau zijn gestuurd om doorberekend te worden. Dat wil zeggen dat PvdA en Rutte er uit zijn in de informatie en dat binnenkort de poppetjes op hun plek worden gezet. De regeringsploeg moet dan zo gelijk mogelijk verdeeld zijn, met een lichte voorkeur voor de VVD, die zijn immers net dat beetje groter.

Met dat in het achterhoofd is het natuurlijk duidelijk dat Mark Rutte weer premier wordt. PvdA levert dan de Vice-premier voor Rutte-II, naar alle waarschijnlijkheid Diederik Samson, die zo zichzelf helemaal kan bewijzen als politiek leider. Wie dan in de tweede kamer de fractie moet gaan leiden? Dat komt wel goed, het is toch geen oppositie, dus die positie is minder van belang.
Als Samson slim is, dan eigent hij zich het ministerie van economie, milieu en innovatie toe. Daar ligt de grote uitdaging in de economie EN in de innovatie die in het kader van de duurzaamheid en het uit het slop trekken van de woningmarkt nodig is. Ook de ontwikkeling en uitbreiding van het wetenschappelijk onderwijs vindt daar een goed onderkomen. En omdat het ook nog eens over milieu-zaken gaat heeft het raakvlakken met het greenpeace-verleden van Samson. De grootste kansen liggen op dat gebied - profilering door vernieuwing.

Pindakaas! gaat eens nadenken over de wie op welke ministeries terecht zouden moeten komen...
Later meer!

Here Comes the Hotstepper - Ini Kamoza


donderdag 18 oktober 2012

Mike Patton - minibio vol met luistertips

Sinds 1968 dwaalt Mike Patton rond op de wereld. De zanger werd vooral bekend door zijn rol in Faith No More, maar het eerste (vindbare) bandje waar hij in zat was Mr. Bungle, waar ook Trey Spruance (die ook nog in FnM heeft gezeten) ook in zat:

Mr Bungle - Quote Unquote

Dat bandje is nooit echt heel groot geworden. Op zich begrijpelijk - ze maken niet de meest makkelijke muziek. Ze zijn misschien gehinderd door de afgeleide aandacht van Patton toen die in FnM zat. Aan de andere kant, ze hebben er misschien ook wel wat aan gehad. De bekendheid van Patton was natuurlijk gunstig voor de band. Het is denkbaar dat ze zonder Faith No More weggezakt waren in anonimiteit.

Tijdens en na het bestaan van Mr. Bungle was Patton dus bezig met Faith No More - een band die al sinds begin jaren 80 van de twintigste eeuw bestaat. Of bestond eigenlijk. Ooit begonnen met M Morris als zanger, een uitvloeisel van een eerdere band (Faith the Man). Na het vertrek van Morris versleet FnM verschillende vocalisten, waaronder Courtney Love - die naar het schijnt een relatie heeft gehad met Roddy Bottum. Op de eerste twee albums van FnM is Chuck Moseley te horen als zanger. Tijdens de opnames van het derde album werd Chuck uit de band gezet (zijn teksten werden te politiek) en werd in alle haast Patton gevraagd om de taken over te nemen. Goed. Sind het derde album heeft Patton de vocalen verzorgd, tot en met de reünie-tour.

Maar na FnM heeft Patton alles behalve stil gezeten: hij heeft het label Ipecac opgericht (waar onder andere the Melvins hun platen onderbrengen). Ook zat hij in Tomahawk, een band bestaande uit Patton, Duane Denison (Jesus Lizard), John Stanier (Helmet, Battles) en Kevin Rutmanis (Melvins)

Tomahawk - God Hates A Coward

Soort van een supergroep, zou je kunnen zeggen. Datzelfde zou je kunnen zeggen van een ander project van Patton: Fantômas. Die band bestaat uit Patton, King Buzzo (Melvins), Trevor Dunn (Mr. Bungle) en Dave Lombardo (Slayer). Lombardo waas tweede keus, maar Igor Cavalero (Sepultura) had geen zin of tijd om mee te doen. De band nam zijn naam van een stripfiguur uit het begin van de twintigste eeuw. Vaak denkt men dat het dan om The Phantom gaat, maar nee. Fanômas is een Franse creatie van Marcel Allain en Pierre Souvestre. Hij is een soort van Gentleman-thief, de edele inbreker zeg maar. Leuke strips, aanrader ;)

Fantômas - Investigation of a Citizen above Suspicion

Na die twee bands heeft Patton eigenlijk alleen nog maar redelijk losse relaties gehad met bands - zoals the X-cutioners, en de één-album band Peeping Tom (genoemd naar een film, (een van) de eerste slasher-horror-film(s))

Peeping Tom - Mojo
 
Lovage (ft. Mike Patton & Jennifer Charles) - Book of the Month
 
De laatste tijd lijkt Patton zich voornamelijk solo en ondersteunend te uiten. Als laatste filmpje in deze absoluut niet uitgebreide en waarschijnlijk vrij inaccurate biografie (Pindakaas! heeft geen diepgravend onderzoek verricht voor deze post) een solo-plaatje van Patton, afkomstig van het album Mondo Cane (in dit geval samen met het Metropole Orkest)- een eerbetoon aan de Italiaanse crooners die de muziek van Amerikaanse crooners overnamen en aanpasten.
 
Mike Patton & Metropole Orkest - Il Ciela In Una Stanza

maandag 15 oktober 2012

Een Overdosis Hallelujah

In 1984 kwam het album Various Positions van Leonard Cohen uit. Op dat album stond een lied dat eigenlijk nooit goed uit de verf kwam, maar een van de meest bekende liedjes ooit zou worden. Nu was Cohen niet de enige met twijfels over zijn muzikale kwaliteiten in die periode: Columbia Records weigerde het album. De kleine maatschappij Passport Records bracht Various Positions uiteindelijk uit. De heruitgaven werden wel door Columbia gedaan - maar toen had het album zich al bewezen.
Waar Columbia twijfelde over het hele album zat Cohen vooral in zijn maag met het nummer Hallelujah. Het lukte hem maar niet om er een goed einde voor te schrijven. Gevolg was dat er 80 coupletten waren en het lied maar door bleef gaan.
Goed, toch maar opgenomen, dat Hallelujah, en laten we het er dan maar niet meer over hebben:

 
Ambitieus als altijd en als de dichter die hij is beschrijft Leonard Cohen vele, vaak bijbelse, taferelen. Salomon die zijn hooglied componeert - en hoewel het God behaagt, is het object van zijn liefde niet onder de indruk; David, die Batseba ziet baden en overdonderd word door haar schoonheid in het maanlicht; Samson, gebonden en verraden door Delilah. Maar ook een persoonlijker boodschap kan er in terug gevonden worden: Afhankelijkheid van de partner ('I used to live alone before I knew you'), de neiging om anderen pijn te doen voordat ze jou pijn doen ('Maybe there's a God Above / But all I ever learned from Love / Was how to shoot at someone who outdrew you'). Ook de intensiteit van het samenzijn ('And remember when I moved in you / The Holy Dove was moving too / And every breath we took was Hallelujah'), ook al is dat een herinnering nadat de geliefden uit elkaar gedreven zijn ('There was a time you let me know / what's really going on below / But now you never show it to me, do you?)'.
 
Alle seksuele implicaties van die laatste regels ten spijt kan het evngoed gewoon een intens religieus lied blijven: wat als God het tegen Lucifer heeft, die vroeger zijn rechterhand was? Wellicht is dat de kracht van het lied, die meervoud aan mogelijke interpretaties, waardoor iedere keer dat je het hoort weer een nieuwe betekenis kan krijgen. Misschien is dat ook wat John Cale (voorheen van de Velvet Underground) in het nummer aantrok toen hij Cohen vroeg of hij het mocht coveren. Leonard zag dat wel zitten en faxte de tekst door. Cale maakte een nieuwe keuze, voerde wat redactie uit en kwam met zijn eigen versie:
 
 
Het verschil met de originele versie is hoorbaar, hoewel de veranderingen niet heel erg wereldschokkend zijn. Cale's versie verscheen in 1991. Het was te vinden op het album I'm your fan, waar ook The Pixies, Nick Cave & The Bad Seeds en R.E.M. op te vinden zijn. Cohen was zéér te spreken over Cale's versie van Hallelujah. Zo erg zelfs dat hij er toe overging die versie te spelen - wat hij tot de dag van vandaag nog steeds doet. Maar niet alleen Cohen was onder de indruk. Ook een jonge gitarist hoorde het lied en hoorde dat het goed was. Ook hij coverde het - en wel de John Cale-versie:

 
Na de impulsieve actie van Jeff Buckley die leidde tot zijn tragische dood - hij ging zwemmen in de Wolf River en verdronk - kreeg hij een legendarische status. (Er is trouwens een kleine conspiracy theory om de dood van Buckley - wellicht pleegde hij zelfmoord, of had iemand anders er een hand in. Buckley scheen een veel te goede zwemmer te zijn om op die manier aan zijn einde te komen.) 
Grijsgedraaid zou een understatement zijn. En dan vooral dat éne nummer, dat hij zo hartverscheurend zingt, over liefde en verraad en over alleen zijn, of met zijn tweëen alleen. Hallelujah is ondertussen ruim 200 keer gecoverd, en stuk voor stuk coveren ze de Cale-revisie. Ook Jan Rot, die de tekst vertaalde:

 
En dan, als sluitstuk, een laatste versie die Pindakaas! graag nog wou laten horen. Want deze versie laat misschien nog wel het duidelijkst horen hoe hartvescheurend pijnlijk een Hallelujah kan zijn
 

zondag 7 oktober 2012

Killing in the Name (4 versies)

Een kleine afwijking van het normale patroon: 4 luistertips vandaag, of eigenlijk maar één. Killing in the Name, uiteraard van Rage against the Machine:
 

 
In 1992 werd die single uitgebracht, met redelijk succes overigens. Welke metal band komt er nu nog tot nummer 16 in de top 40? Rage Against the Machine bleek dus behoorlijk populair. In 1993 stonden ze voor het eerst op Pinkpop, als vervanging voor Alice in Chains. In 1994 deden ze het nog een keer, waarbij hun optreden terug te vinden was op seismografen (het publiek veroorzaakte met al het gespring een aardschok van 1 op de schaal van Richter). Hoewel de impact van het eerste album niet meer werd geëvenaard bleef RATM succesvol. Uiteindelijk viel de band echter uit elkaar: Zach De La Roche probeerde solo een carriére op te bouwen, terwijl de rest van de band samen met Chris Cornell (die van Soundgarden) als Audioslave verderging. In 2008 kwam er nog een reünietournee, voordat de band - voorlopig - van het toneel verdween.
 
De ideologische achtergronden van de band - een radicaal socialistische wereldvisie en een neiging om in opstand te komen - werkten mee aan de populariteit van de band. Het was bij uitstek een manier om je af te zetten van de gevestigde orde, die wilden ze immers verregaand veranderen. Niet voor niets ondersteunden ze de globalistische anti-wereldhandel demonstraties (met The Battle of Seattle als hoogtepunt van die demonstraties). Dat extremistische zorgt er ook voor dat covers vaak een wat vreemde bijsmaak krijgen. Maar natuurlijk is dat niet altijd een probleem:
 

 
Mambo Kurt, verantwoordelijk voor bovenstaande versie, werd in 1997 door Clawfinger meegenomen op tour. Zij zagen hem in een café spelen, waar hij met zijn Hammond-orgel een diepe indruk maakte. Zichzelf op dat orgel begeleidend brengt Mambo Kurt vooral covers van metal/gitaar bands als RATM, Metallica, Bodycount en Sex Pistols. Dat Hammond orgel dat Kurt gebruikt is ook het instrument waarmee James Last zijn roem heeft verworven. Mambo Kurt is daarmee een van de vroege exponenten van Easy Listening zoals dat bestond in de late jaren 90 en vroege jaren 2000 (en nu nog wel, een beetje). Deze pastische van Easy Listening zoals James Last en anderen dat maakten in de jaren 70 en 80 bereikte is niet aan hem te danken overigens. Mike Flowers Pops was al eerder bezig, maar die bewerkte geen metal of punk, maar koos voor Oasis en The Doors om door de Last-Mangel te halen. Een latere exponent is Richard Cheese:
 
 
Richard Cheese and Lounge Against the Machine zijn sinds 2000 bezig met het maken van Vegas-style covers van liedjes die daar niet in passen. Het meest recente album van de band (Augustus 2012, een live-album) bevat o.a. versies van Smells Like Teen Spirit, I Am the Wallrus, Stairway to Heaven en People = S**t. Cheese is van oorsprong comedian en zijn muziek is dan ook niet bepaald politiek gemotiveerd, maar werkt naar een komisch effect toe. Anders dan The Apples, een 9-koppig collectief:
 
Deze van oorsprong Israelische band met twee DJ's en een Jazz-Band Line up is een interessante band met een aparte kijk op muziek. Een soort van Fusion-stijl zeg maar. Pindakaas! waardeert het wel, dat stijltje. En Pindakaas! is blij dat Killing In The Name nog leeft en verder groeit en evolueert, zonder dat het steeds harder moet en steeds meer alleen nog maar lawaai en geschreeuw wordt. Soms komt een boodschap pas over als je hem fluistert en niet als je het van de daken roept. 

dinsdag 2 oktober 2012

Uit de losse pols - Muse: the 2nd Law

Allereerst wil Pindakaas! de VPRO bedanken. Nogmaals is bewezen dat de luierpaal op 3voor12.nl zijn doel dient. Voor luiaards zoals Pindakaas! is het een excuus om gewoon thuis te blijven in plaats van naar de platenboer te gaan om te luisteren hoe dat nieuwe album klinkt. Niet dat Pindakaas nu zo vaak naar de platenboer rent, maar goed. Voordat LaLaLand zijn deuren sluitte kwam het toch best regelmatig voor.

Pindakaas! heeft naar het 3FM en 3voor12 Album van de Week geluisterd. Het nieuwe album van Muse, the 2nd Law. Door de naam van het album moest Pindakaas! aan Newton denken: de tweede wet van Newton stelt: De verandering van de beweging is recht evenredig met de resulterende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt (definitie van Wikipedia getrokken - Pindakaas! is verre van een natuurkundige). Kort gezegd: als je iets duwt, dan verander je de baan van het object.

Muse lijkt zelf onderhevig te zijn aan die tweede wet van Newton. Het hele album door zat Pindakaas! zich af te vragen hoe dat liedje ook al weer heette. Elke track refereerde aan klassiekers, aan andere bands. Een hommage zou je kunnen zeggen, flink geïnspireerd door misschien. Maar er is ook zoiets als te veel invloeden van buitenaf.

Het album opent met een lied dat niet zou misstaan als openingstrack voor de nieuwe Bond-film, met bijpassende titel Supremacy. Het daar op volgende Madness liet Pindakaas! toch vooral denken aan Faith (van George Michael). Panic Station 'eert' Another One Bites the Dust (Queen) door de halve baslijn over te nemen en legt daar een Peter Gabriel liedje overheen. En in Follow Me herkende Pindakaas! I Will Survive (Gloria Gaynor), Pet Shop Boys en U2's I Will Follow (hoewel dat ook een ander liedje uit die periode kan zijn). In de andere tracks is Queen onmiskenbaar aanwezig, net als vele andere invloeden. Gebaseerd op the 2nd Law kan Pindakaas! wel een onderbouwde gok doen naar de inhoud van de platenkast van de heren Muse:

Queen
U2
Gloria Gaynor (vooral de Giorgio Morodor albums)
Pet Shop Boys
Pater Gabriel / Genesis
Pink Floyd
Nine Inch Nails
Tool / Perfect Circle
Rammstein
Music From and inspired by James Bond: {insert Title here} (maar dat zou ook The London Symphony Orchestra plays James Bond kunnen zijn)
Wagner
Best of the 80s: The Synthi-pop Years

Goed, dat is een interessante collectie - breed in stijl, beslaat een flinke periode van de muziekgeschiedenis en het zijn kwalitatief goede bands. Maar waar blijft Muse in dat alles, kun je je afvragen. Dat antwoord is makkelijk gegeven: Muse is overal op het album. The 2nd Law is een bombastisch geheel, tot aan het pretentieuze toe. Niet alleen liggen alle instrumenten dik over elkaar heen, wordt er veel gebruik gemaakt van orkestraal gedoe, ook de zang van meneer Bellamy is überdramatisch, zoals de duitsers dat zo mooi zeggen. Bellamy lijkt bij tijd en wijlen een gemankeerde opera-zanger die zijn heil heeft gezocht in popmuziek.

The 2nd Law is een muur van geluid, een vloedgolf van invloeden en wat Pindakaas! betreft een overdaad aan Muse. Voor fans waarschijnlijk een leuk album, voor Pindakaas! te veel een trucje (dat typische Muse-bombasme), te weinig origineel en te veel teruggrijpen op anderen. Qua stijl wordt het album weinig een geheel, maar de manier waarop de liedjes in elkaar zitten lijkt steeds dezelfde. Afgaande daar op is de tweede wet van thermodynamica beter van toepassing dan de tweede wet van Newton. Die stelt namelijk: De entropie van het heelal neigt naar een maximum (zoals Rudolf Clausius het zei tenminste). Hoewel Muse een stilistisch redelijk chaotisch album heeft afgeleverd, leveren ze die chaos volgens een vast patroon. The 2nd Law neigt naar entropie, ware het niet dat er nog wat energie van buitenaf wordt toegevoegd. Anders gezegd: Muse zelf heeft entropie bereikt, dat ze zich zwaar laten inspireren door anderen voegt nog wat variatie op het album toe.

Zie daar het nut van de luisterpaal: heeft Pindakaas! tenminste geen tijd verspilt met naar de platenboer loopen en teleurgesteld weer naar huis vertrekken.