zondag 7 oktober 2012

Killing in the Name (4 versies)

Een kleine afwijking van het normale patroon: 4 luistertips vandaag, of eigenlijk maar één. Killing in the Name, uiteraard van Rage against the Machine:
 

 
In 1992 werd die single uitgebracht, met redelijk succes overigens. Welke metal band komt er nu nog tot nummer 16 in de top 40? Rage Against the Machine bleek dus behoorlijk populair. In 1993 stonden ze voor het eerst op Pinkpop, als vervanging voor Alice in Chains. In 1994 deden ze het nog een keer, waarbij hun optreden terug te vinden was op seismografen (het publiek veroorzaakte met al het gespring een aardschok van 1 op de schaal van Richter). Hoewel de impact van het eerste album niet meer werd geëvenaard bleef RATM succesvol. Uiteindelijk viel de band echter uit elkaar: Zach De La Roche probeerde solo een carriére op te bouwen, terwijl de rest van de band samen met Chris Cornell (die van Soundgarden) als Audioslave verderging. In 2008 kwam er nog een reünietournee, voordat de band - voorlopig - van het toneel verdween.
 
De ideologische achtergronden van de band - een radicaal socialistische wereldvisie en een neiging om in opstand te komen - werkten mee aan de populariteit van de band. Het was bij uitstek een manier om je af te zetten van de gevestigde orde, die wilden ze immers verregaand veranderen. Niet voor niets ondersteunden ze de globalistische anti-wereldhandel demonstraties (met The Battle of Seattle als hoogtepunt van die demonstraties). Dat extremistische zorgt er ook voor dat covers vaak een wat vreemde bijsmaak krijgen. Maar natuurlijk is dat niet altijd een probleem:
 

 
Mambo Kurt, verantwoordelijk voor bovenstaande versie, werd in 1997 door Clawfinger meegenomen op tour. Zij zagen hem in een café spelen, waar hij met zijn Hammond-orgel een diepe indruk maakte. Zichzelf op dat orgel begeleidend brengt Mambo Kurt vooral covers van metal/gitaar bands als RATM, Metallica, Bodycount en Sex Pistols. Dat Hammond orgel dat Kurt gebruikt is ook het instrument waarmee James Last zijn roem heeft verworven. Mambo Kurt is daarmee een van de vroege exponenten van Easy Listening zoals dat bestond in de late jaren 90 en vroege jaren 2000 (en nu nog wel, een beetje). Deze pastische van Easy Listening zoals James Last en anderen dat maakten in de jaren 70 en 80 bereikte is niet aan hem te danken overigens. Mike Flowers Pops was al eerder bezig, maar die bewerkte geen metal of punk, maar koos voor Oasis en The Doors om door de Last-Mangel te halen. Een latere exponent is Richard Cheese:
 
 
Richard Cheese and Lounge Against the Machine zijn sinds 2000 bezig met het maken van Vegas-style covers van liedjes die daar niet in passen. Het meest recente album van de band (Augustus 2012, een live-album) bevat o.a. versies van Smells Like Teen Spirit, I Am the Wallrus, Stairway to Heaven en People = S**t. Cheese is van oorsprong comedian en zijn muziek is dan ook niet bepaald politiek gemotiveerd, maar werkt naar een komisch effect toe. Anders dan The Apples, een 9-koppig collectief:
 
Deze van oorsprong Israelische band met twee DJ's en een Jazz-Band Line up is een interessante band met een aparte kijk op muziek. Een soort van Fusion-stijl zeg maar. Pindakaas! waardeert het wel, dat stijltje. En Pindakaas! is blij dat Killing In The Name nog leeft en verder groeit en evolueert, zonder dat het steeds harder moet en steeds meer alleen nog maar lawaai en geschreeuw wordt. Soms komt een boodschap pas over als je hem fluistert en niet als je het van de daken roept. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten